De voorgeschiedenis van de restauratie.
Bij dit traject zijn veel partijen en mensen betrokken, die allemaal op hun manier een steentje hebben bijgedragen aan dit succes. Het begon met de mensen van het eerste uur: Harold Verkouw en Wim Schrijver. Op het moment dat de molenstomp samen met het mengvoerbedrijf gesloopt dreigde te worden zetten zij de schouders er onder en maakten de geesten rijp voor het behoud van de onttakelde molen. Een proces dat in stappen werd aangepakt. Allereerst de monumentenstatus zien te verkrijgen, Daarna de Gemeenteraad en de afzonderlijke fracties bewerken. Allerlei instellingen, die zich bezig houden met cultureel erfgoed, werden benaderd en om advies gevraagd. B&W van Dalfsen stelde zich, na aanvankelijk terughoudend te zijn geweest, achter het project. Een nieuw college trad aan, met de heer Goldsteen als verantwoordelijk wethouder en de heer Berkhoff als ambtenaar monumenten.
Hierna werd het traject van het verkrijgen van de benodigde middelen pas goed ter hand genomen. De gemeenteraad heeft op 27 februari 2006 € 250.000 voor restauratie beschikbaar gesteld uit de zogenaamde “Wavingelden”. Landelijk kwamen er in die tijd ook speciale subsidierondes om de restauratieachterstand weg te werken. Helaas werd de eerste aanvraag in 2006 niet gehonoreerd. De pot bleek niet toereikend te zijn voor alle aanvragen. De aanvankelijke teleurstelling leidde tot een verhevigde inzet van alle betrokkenen en er gloorde een nieuwe subsidieronde van het Rijk. De restauratieplannen werden herzien en de begroting werd bijgesteld. Er bleek nog een aanvullend bedrag benodigd van € 210.000. Bij de behandeling van het kredietvoorstel in de raadsvergadering kwam Hoonhorst sterk opzetten om de “insprekers” vanaf de publieke tribune te ondersteunen. De Raad ging unaniem met het voorstel akkoord en deed eind november 2007 een subsidieaanvraag bij de rijksoverheid.
Ongeveer een half jaar later kwam het teleurstellende bericht: we waren in de categorie molens de eerstvolgende die aan de beurt gekomen zou zijn, maar het geld was op! Bij nadere bestudering bleek, dat de regels van de subsidietoekenning niet helemaal juist waren toegepast door de Rijksdienst. Na de sluitingsdatum waren vele aanvragers nog in de gelegenheid gesteld hun aanvraag te completeren. Dit leidde tot bezwaar van de gemeente Dalfsen en zelfs tot een rechtszaak. Maar het doel van restauratie kwam door dit alles natuurlijk niet dichterbij.
Het vertrouwen in de goede afloop werd wederom op de proef gesteld, zeker toen er ook nog een financiële crisis uitbrak. Onverwacht brak toch plotseling de zon door. In het kader van het stimuleren van de werkgelegenheid organiseerde de Provincie Overijssel het “Overijssels actieplan economische recessie 2009-2010” met een subsidieronde voor het wegwerken van restauratieachterstanden van rijksmonumenten die geheel uitvoeringsgereed waren en aan de eisen voldeden. Het oude ambacht werd gestimuleerd en de provincie kreeg er opgeknapt cultureel erfgoed voor terug. Vanaf 3 juni 2009 kon voor dat doel subsidie worden aangevraagd. Bertus Berkhoff stond rond het middaguur als tweede indiener op de stoep van het provinciehuis! Vol vertrouwen begon het wachten weer en dit keer niet tevergeefs. Op 24 september kwamen de heren Goldsteen en Berkhoff triomfantelijk bij zaal Kappers met de subsidiebeschikking in de hand aan. De restauratie kon beginnen.
De timing was ook bijzonder. Net voordien is het ook als rijksmonument aangemerkte molenaarshuis, dat nog in bezit van de familie Fakkert was, verkocht aan een jong enthousiast stel. Dit huis vormt samen met de molen nog één van de zes aanwezige molencomplexen in ons land. Ook voor de restauratie van de woning werd door de Provincie onder genoemde regeling subsidie verleend. Dit betekent, dat het geheel in één keer weer in oude staat terug gebracht kan worden zodat tevens de inrichting van het molenterrein ter hand genomen kan worden.
De restauratie zelf
Er werd een organisatie opgezet, een bouwcommissie gevormd en een opdracht door de gemeente verstrekt aan Eelco Ekker om het bestek gereed te maken voor de aanbesteding. Voor 1 maart dient de sloop te worden aanbesteed, zodat er daarna niet veel stelposten meer zullen komen in het bestek en verrassingen tijdens de restauratie. Na adviezen te hebben ingewonnen wordt besloten de menginstallatie (in gewijzigde vorm) te laten zitten op de begane grond en de eerste zolder.
Het werk bestond uit hoofdzaak uit de volgende onderdelen:
- Het slopen van het grootste deel van de silo’s, maar met behoud van de weegstoel en mengtafel en van het bovenste deel van de silo’s met de jacobsladder en het verdeelmechanisme. Op de verdiepingen daarboven is voldoende ruimte voor het werkende deel van de molen.
- Het herstel van het onderachtkant en zijn fundering;
- Het maken van een achtkantige stelling,
- Het maken van een nieuwe kap, staand- en kruiwerk,
- Het aanbrengen van een wiekenkruis,
- Het aanbrengen van een compleet gaande werk en maalwerk.
Op 18 juli werd het resultaat van de aanbesteding bekend gemaakt: Aannemer Kolthof uit Stiens gaat de klus klaren, met als onderaannemer Vaags voor het gaande werk. Eelco Ekker wordt projectleider namens de gemeente met Gerben Stokvis als verantwoordelijk ambtenaar. Het geheel wordt maandelijks gemonitord door een commissie bestaande uit de Wethouder Goldsteen, Bertus Berkhoff en namens de stichting Willem de Bruijn en Wim Schrijver. Voor 1 september moet begonnen worden met de eigenlijke restauratie. En dat lukt. Het fundament wordt verstevigd en de stenen onderbouw wordt onder handen genomen. Scheuren worden gedicht en de constructie wordt verstevigd door meer dan 300 m staaldraad in de muren aan te brengen. Op 22 oktober 2010 wordt de officiële start van de restauratie gevierd met het aftakelen van de houten achtkant. Die wordt naast de romp op het terrein geplaatst om daar te worden hersteld en verstevigd. Veel onderdelen zoals de nieuwe kap en de grote houten tandwielen worden in de werkplaatsen van de aannemers gemaakt en een grote delegatie met o.a. molenaars gaat ter plaatse kijken.
Het volgende spannende moment dient zich aan als op 30 juni 2011 de achtkant weer wordt terug geplaatst. Heel het dorp is getuige. Dan wordt op 10 november het staande werk voorlopig opgeleverd. Gebrek aan wind verhindert de totale oplevering op dat moment. Planningsproblemen en gebrek aan betrouwbare wind verhinderen het opleveren van het gaande werk. Op 15 maart wordt besloten in deelopleveringen te gaan werken om zodoende de molenaars, de gelegenheid te geven om vast warm te lopen voor de officiële opening op 11 mei 2012. Op donderdag 19 april 2012 was er eindelijk voldoende wind om het gaande werk van de molen op te leveren. Er kan nu met één van de twee stel stenen gemalen worden. De molenaars kunnen nu de molen leren kennen, en deze verder afregelen. Op 11 mei 2012 lichtte Mw. I. Bakker, gedeputeerde van de provincie Overijssel, de vang. Op deze wijze stelde zijn de molen officieel in gebruik. Op zondag 13 mei werd de molen ingezegend door pastor Mw. Gunnink in samenwerking met ds. Piet de Jong, tevens één van de molenaars.
Al met al kijken we met tevredenheid terug op een geslaagde restauratieperiode, binnen budget en binnen de tijd.